Samengestelde zinnen




Samengestelde zinnen = combinatie van 2 of meerdere zinnen (met een voegwoord)
Voorbeeld: Het huis was erg vervallen.
                    Het werd toch binnen een maand verkocht
                    = Het huis was erg vervallen maar het werd toch binnen een maand verkocht

Voegwoorden = ‘lijmt’ twee of meerdere zinnen tot 1 zin.
                              Vb: toen, maar, omdat, want, of, terwijl, hoewel, nadat, doordat, als, en, etc.

Combinaties=   Hz +hz (en, of, maar, want)
                            Hz+ bz
                            Bz+ hz

Bijzinnen = 1: beginnen vaak met een voegwoord
                      2: het onderwerp en de persoonsvorm staan niet naast elkaar of je kunt er een  zinsdeel tussen  plaatsen.